Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij zeide tot hen: Ziet, wat gij hoort. Met wat [24]maat gij meet, zal u gemeten worden, en u, die hoort, zal [meer] toegelegd worden. 24. Dat is, naardat gij uwe gaven van kennis anderen getrouw zult mededelen, zal de Heere u die ook vermeerderen. Zie Matth.25:21,29.